Opgave 79,bz. 40
Van de Nederlandse onderwijsgevenden heeft 18 % RSI-klachten.
Bereken de kans dat
a) van twee onderwijsgevenden er één RSI-klachten heeft.
b) in een wiskundesectie van acht leden er minstens twee RSI-klachten hebben.
c) op schol 20 % van de in totaal 85 docenten RSI-klachten heeft.
Uitwerking:
18 % van onderwijsgevenden heeft RSI-klachten en 82% niet.
a) P(van twee onderwijsgevenden er één RSI-klachten heeft) =
b) P( bij 8 leden er minstens 2 RSI-klachten hebben) =
= 1 - P(hoogstens één ervan RSI-klachten heeft)=
= 1 - { P(geen een heeft RSI-klachten) + P( één ervan heeft RSI-klachten)=
c)20% van 85 docenten is: 17, dus 17 hebben wel RSI-klachten en 68 niet.
P(20% van 85 docenten RSI-klachten heeft) =